Film: Programma IV Surrealisme en collagefilms
Ballet Mécanique
Regie: Fernand Léger.
Frankrijk, 1923.
De cubistische schilder Léger kwam tot experimenteel filmen omdat hij zocht naar een manier om het ritme van gewone voorwerpen in tijd en ruimte uit te drukken. Het resultaat werd Ballet Mécanique, een dans gecreéerd uit de beweging van hefbomen, drijfwerk, ledematen van etalagepoppen, bazargoed, reclamebiljetten, slingers, roomkloppers en af en toe ook mensen, waarvan de bewegingen gemechaniseerd zijn, zoals bij de wasvrouw die de trap opklimt.
Le coquille et le clergyman
Regie: Germaine Dulac
Frankrijk, 1927.
Deze film is een bewerking van Antonin Artauds scenario; want ofschoon onder invloed van avant-gardistische filmers als Delluc, Gance en l’Herbier, kan Dulac niet tot de eigenlijke surrealisten gerekend worden. Zij werd bij haar film vooral geinspireerd door het droomelement van het scenario, waarin de celibaatsmoeilijkheden van een geestelijke zijn verwerkt.
Etoile de mer
Regie: Man Ray
Frankrijk, 1928.
Deze surrealistische film is opgebouwd rond een reeks ontmoetingen van een man en een vrouw. Zij gaan een kortstondige verhouding aan doch scheiden dan weer, Ray’s grote kennis van de techniek kwam hem goed van pas voor het scheppen van de wazige wereld van het geheugen, waarin Etoile de mer zich afspeelt. Hij gebruikte daartoe geribbeld glas en een gebarsten spiegel, waardoorheen hij opnamen maakte.
Geography of the body
Regie: Willard Maas.
USA, 1943/45.
Maas’ vrouw verzorgde de fotografie van deze verkenningstocht over het menselijk lichaam. Het is door de jaren heen een van Amerika’s bekendste en meest omstreden avant-garde films geweest. Door middel van sterke vergroting en close-ups verkreeg hij effecten in zijn film, die associaties opwekken met een geheimzinnig, onbekend landschap. Het commentaar werd verzorgd door de Britse dichter George Barker.
Nightdriving
Regie: Morton en Millie Goldsholl
USA, 1956.
De makers hebben getracht iets vast te leggen van de sfeer van snelwegen op de avond. Het doek wordt overstraald met licht en kleur: het beeld is een kaleidoscopisch geheel vol beweging, met neonlichten, koplampen, verkeerstekens en spoorwegsignalen. Het werk wordt in drie delen gebracht op muziek van Bill Haley.
A movie
Regie: Bruce Conner
USA, 1959,
Bruce Conner is een schilder, die met zijn collage-technieken op diverse tentoonstellingen in de Verenigde Staten veel succes heeft gehad. In deze film gebruikte hij met geheel andere middelen dezelfde technick. Hij monteerde filmstroken uit verschillende films om humor, pathos, en een vlijmscherp oordeel over de moderne samenleving te geven.
Cosmic Ray
Regie: Bruce Conner
USA, 1962.
Ook in deze film hanteert Conner zijn collagetechniek. De film is voorzien van een heftig muzikaal thema, gezongen door de blueszanger Ray Charles, dat door de eindeloze herhaling op zichzelf alweer een parodie lijkt.
Scorpio rising
Regie: Kenneth Anger.
USA, 1963,
Deze homo-erotische film werd opgenomen in Brooklyn, Manhattan en Los Angeles en begint met opnamen van een beatnik die zijn motor staat schoon te maken en waarbij alle onderdelen van dit blinkende stalen gevaarte in close-up worden vertoond.
Van belang voor deze film is niet de sociologische stellingname, maar de vrijmoedigheid waarmee Anger zijn film maakte.
Off - on
Regie: Scott Bartlett
USA, 1967.
Wat Scott Bartlett heeft kunnen realiseren met de kleurentoepassing (fotografie, dubbeldruk, belichting) is in é€nmaal zien van deze film niet te analyseren. De stroom van kleuren, de bewegende vrouwenfiguren (soms in dubbeldruk), dieren, een mannengezicht en de tekens van de ruimtevaart geven het ritme en het totaalbeeld van het Amerika anno 1967 weer, én dat van de naaste toekomst, zoals de maker die voor ogen had.