In radicale wereldbeelden zoals die voorspeld werden in de jaren 1960 en 1970 werd ons voor de eerste keer een allesomvattende ‘moderne’ stedelijke matrix voorgespiegeld. Dit kwam op een moment dat industrialisatie, ruimtevaart, informatietechnologie en de opkomst van digitale media samenvielen met het idee dat een fundamentele en bevrijdende ‘makeover’ van onze leefomgeving binnen handbereik was. Nu, een halve eeuw later, verbreken nieuwe stedelingen de banden met hun plattelandsachtergrond en worden zo volkomen afhankelijk van de grondstoffen van der- den. Zij die al deel uitmaken van het stedelijke systeem hebben nauwelijks nog de kans zich er- aan ontworstelen. Verstedelijking – met de immense en centripetale gravitatiekracht van haar groei – lijkt een onomkeerbare, zichzelf voortstuwende machine.
Aan de andere kant is er de populaire massacultuur en de klimaatverandering, die in combinatie met bijvoorbeeld eschatologische samenzweringscomplotten de bouwstenen vormen voor een apocalyptische tijdgeest, die de gevolgen van een sociale of economische crisis kan versterken tot irrationele dimensies.
Hoe zijn deze scenario’s gerelateerd aan het overheersende beeld van de stad als katalysator van economische groei, maatschappelijke welvaart en persoonlijk geluk – ondersteund door een technologische superstructuur? Zijn we tegenwoordig inderdaad dichter bij een scenario waarin de stedeling zich een maximum aan actieve vrijetijdsbesteding en ‘play’ en een minimum aan arbeid kan veroorloven, zoals ons bijvoorbeeld in de vroegere radicale nieuwe werelden werd voorgespiegeld? Zullen we te maken gaan krijgen met nieuwe gemeenschappen die deze super-structuren willen weerstaan? Of staan we dichterbij een onheilspellender scenario waarin we gecontroleerd worden door een informatienetwerk en waarin we kwetsbaar zijn vanwege het ont breken van een ‘rural backup’?